De havenstad Busan is een van de meest internationaal naar buiten gerichte regio's in Korea, dankzij de langdurige handel met andere landen en regio's. Haar rol als handelsknooppunt heeft de ontwikkeling van de stad gevormd en heeft een belangrijke rol gespeeld in de levendige cultuur van Busan. Van rijkdom uit de ijzertijd tot hedendaagse vismarkten, hier is een korte introductie tot de handelsgeschiedenis van Busan.
Archeologisch bewijs suggereert dat mensen zich rond de late paleolithische tijd in de regio rond het huidige Busan hadden gevestigd. Stenen die zijn geslepen tot jachtgereedschap en voedselresten zoals botten van dieren zijn gevonden op plaatsen (waaronder het vissersdorp Cheongsapo, naast Haeundae) en laten zien dat er in dit gebied actief werd gejaagd en gevist.
Tijdens het Neolithicum werden mensen aangetrokken door kust- en riviergebieden zoals Busan, zoals blijkt uit de grote hoeveelheden schelpenmiddens die uit deze periode stammen. Er zijn aanwijzingen voor culturele uitwisseling met China en Japan tijdens de paleolithische en neolithische tijdperken, die kunnen wijzen op de ontwikkeling van handel of op migratie van mensen. Pas in de vroege ijzertijd (in de 4e eeuw voor Christus) begon Busan op te duiken als handelscentrum.
Centraal hierin stond de ijzerraffinaderij van Busan in Dongnae. IJzer van hier werd via de Suyeonggang-rivier geëxporteerd naar Japan en andere gebieden in Korea. Busan werd rijker en meer bevolkt, zoals blijkt uit het aanzienlijk grotere aantal graven dat uit deze periode bewaard is gebleven. Opvallende nog bestaande locaties uit dit tijdperk zijn de Bokcheondong-graven, waar de graven zelf de schouders opsteken met hoge flatgebouwen en gevonden relikwieën worden getoond in het aangrenzende museum. De ijzeren handel was daarom belangrijk voor de groei van Busan; Dongnae-gu is nog steeds een vrij centraal deel van de stad.
Wapens uit de vroege ijzertijd | © Kai Hendry / Flickr
Naarmate de tijd vorderde in de vroege middeleeuwen, werd de handel met Japan belangrijker voor Busan. Deze handel heeft geholpen om veel technologische innovaties en culturele praktijken van Korea naar Japan te introduceren (inclusief scheepsbouwtechnieken), en Japanse graven hebben veel in Korea gemaakte artefacten opgeleverd, zoals ijzeren harnassen, landbouwwerktuigen en paardentuig. In Busan kwamen Japanse handelaren naar voren als een aanwezigheid; Vanaf de 15e eeuw werd Busan aangewezen als officiële handelshaven met Japan, en Japanse kooplieden mochten zich in de stad vestigen.
De status van Japanse kolonisten in Busan was niet altijd even scherp en werd in 1876 bij verdrag vastgelegd. Dit verdrag wees een perceel van 87 hectare aan in het moderne gebied van Nampo-dong voor exclusief gebruik door Japanse burgers. Omdat veel van deze kolonisten (die aanvankelijk rond de 300 zaten) rijke kooplieden waren, hadden ze het vermogen - en de neiging - om te investeren in de gebouwen en infrastructuur van de stad. Ze waren actief in landaanwinningsprogramma's zoals in Beomil-dong en Jungang-dong, en investeerden in nieuwe stadsprojecten zoals Choryang en Toeseong. De Japanse nederzetting en handel hier hielpen Nampo-dong om de drukke binnenstad te worden die het nu is. Hoewel de meeste gebouwen in Nampo-dong relatief nieuw zijn, vertonen sommige oude gebouwen nog steeds Japanse kenmerken, zoals de markt voor gedroogde vis (neem uitgangen vier of vijf van station Nampo).
Een ander gebied dat wordt beïnvloed door de handelsinspanningen van Busan, is het deel van de stad rond het station van Busan. In 1884 vestigde Busan banden met Shanghai en hier werd de stad Chinatown gecreëerd. Er werd een Chinese school gebouwd en het Chinese consulaat bevindt zich in dit gebied. Het wordt gekenmerkt door een aantal Chinese restaurants en winkels, wat betekent dat dit deel van de stad een zeer internationale smaak heeft. In de vroege jaren 2000 groeide er een groeiende Russische gemeenschap in dit gebied, en er zijn een aantal Oezbeekse en Filipijnse restaurants in de straten rondom.
Een poort in Chinese stijl staat trots bij de ingang van Chinatown in Busan, Zuid-Korea | © Henri Bergius / Flickr
Een van Busans meest unieke winkelstraten groeide ook als gevolg van handel. Tijdens de Koreaanse oorlog was Busan een van de slechts twee steden die niet door het noorden werden veroverd, en werd zo een centrum voor vluchtelingen. Om voedsel en noodzakelijke spullen te kopen, begonnen sommige van deze vluchtelingen hun boeken te verkopen naast de oude Gukje-markt, en deze handel ging door na het einde van de oorlog. De straat werd Bosu-dong Book Alley, een populaire bestemming voor boekenliefhebbers en koopjesjagers.
In de moderne tijd is een van de meest duurzame beroepen in de stad de zeevruchten. Busan-viskoekjes worden in het hele land gewaardeerd en de Jagalchi-vismarkt blijft de grootste vismarkt in Korea. De meeste havens van Busan zijn niet gevuld met jachten en cruiseschepen, maar met actieve vissersboten, die werken om de verse zeevruchten te leveren die de regio door heel Korea exporteert. Handel blijft een belangrijk onderdeel van de stad, vanaf het begin.
