Een verrassende vermelding staat op de lange lijst van beschermde monumenten van Amsterdam, gelegen aan de oostelijke oever van de Oudezijds Achterburgwal. Deze bijzondere bezienswaardigheid herbergt een klein openbaar urinoir en is ontworpen volgens principes uit de architectuur van de Amsterdamse School.
Het betreffende urinoir werd in 1926 voltooid en stond oorspronkelijk naast het stadhuis, dat sindsdien is verplaatst. Gedurende deze periode experimenteerden architecten in Nederland met nieuwe vormen en ontwikkelden verbluffende ontwerpen die draaiden rond expressieve rode bakstenen motieven en elegante, gebogen gevels. Deze beweging werd uiteindelijk de Amsterdamse School gedoopt, ter ere van de geboorteplaats van de belangrijkste voorstanders.
Bij de Amsterdamse School betrokken architecten werkten vaak aan gemeentelijke projecten en velen kregen in opdracht van de gemeente Amsterdam avant-gardistische woon- of openbare gebouwen. Afgezien van grotere, statige bouwwerken zoals het Schip of het Olympisch Stadion, werkten deze architecten ook aan utilitaire, openbare voorzieningen zoals bruggen, brievenbussen en zelfs openbare toiletten.
Deze kleinere stukjes architectuur zijn overal in de stad te vinden en velen zijn beschermd als monumenten vanwege hun relatie met de Amsterdamse School. Hoewel het openbare toilet aan de Oudezijds Achterburgwal niet het meest gevierde voorbeeld is van de architectuur van de Amsterdamse School, legt het toch een bepaalde maatstaf van de idealen en esthetiek van de beweging vast.
Zo buigt de westelijke muur zich af van de ingang, waardoor een horizontale boog ontstaat die andere projecten die verband houden met de Amsterdamse School, zoals de Bijenkorf in Den Haag of woonwijk De Dageraad in Amsterdam, duidelijk huldigt. Op het toilet staat ook een beeld van een van de meest vooraanstaande Amsterdamse beeldhouwers, Hildo Krop. Deze ruige figuur staat boven het toilet, met zijn hand in een vuist omhoog, alsof hij een overwinning op zijn eigen blaas aankondigt.
